De gezondheidszorg in Nederland is sterk in beweging. De zorg verschuift steeds vaker van binnen de muren van het ziekenhuis of andere zorginstellingen, naar huisartspraktijken, wijkklinieken of wijkteams. En juist daar liggen veel kansen voor PA en VS, zegt Anneke van Vught.

Anneke van Vught is Associate Lector binnen het lectoraat Organisatie van Zorg en Dienstverlening bij HAN University of Applied Science. Zij is projectleider van verschillende onderzoeksprojecten die zich richten op de positionering van de Physician Assistant (PA) en Verpleegkundig Specialist (VS). Drie projecten springen in het oog als het gaat over de rol van de PA en VS in de verschuiving van zorg in een zorginstelling naar zorg dicht bij de patiënt: PA en VS in anderhalvelijnszorg, de VS in de wijk en VS GGZ in de huisartsenpraktijk.

Anderhalvelijnszorg

In het project ‘PA en VS in anderhalvelijnszorg’ is in opdracht van het Platform Zorgmasters onderzoek gedaan naar de potentie van de beroepen PA en VS in de verschuiving van zorg die eerder in het ziekenhuis of andere zorginstelling geleverd werd, naar zorg dichterbij huis: zogenoemde anderhalvelijnszorg. Dit project is inmiddels opgeleverd en naar de Tweede Kamer gestuurd.

‘In toenemende mate nemen PA en VS een deel van de beperkt-complexe specialistische taken over. Uit ons onderzoek blijkt hier heel veel ruimte en potentie voor de PA en VS te zijn.’

Anneke van Vught: ‘In onze huidige gezondheidszorg is de zorg georganiseerd in eerstelijns generalistische zorg, en tweedelijns medisch specialistische zorg. Die laatste omvat zowel beperkt-complexe als hoog-complexe zorg. De beperkt-complexe medische zorg verschuift steeds meer van zorginstellingen naar dicht bij de patiënt. Nu nog wordt deze zorg in bijvoorbeeld de huisartsenpraktijk vooral door huisartsen en medisch specialisten verleend. Maar dat is eigenlijk niet logisch: huisartsen zijn opgeleid voor generalistische zorg, zij kunnen niet overal specialist in zijn. Medisch specialisten zijn opgeleid voor het verlenen van specialistische zorg en zijn juist sterk in de complexe zorg. In toenemende mate nemen PA en VS een deel van de beperkt-complexe specialistische taken over. Uit ons onderzoek blijkt hier heel veel ruimte en potentie voor de PA en VS te zijn, ook buiten de muren van zorginstellingen en ziekenhuizen. Dit sluit ook aan bij het beleid van het ministerie van VWS: de juiste zorg op de juiste plek.’

Meerwaarde PA en VS

Uit de praktijkvoorbeelden die Van Vught heeft bestudeerd, komt de meerwaarde van de PA en VS voor het verlenen van zorg buiten een zorginstelling duidelijk naar voren. ‘Die meerwaarde is breed zichtbaar. Patiënten komen minder vaak in het ziekenhuis terecht. PA en VS onderhouden nauwe contacten met wijkteams, wijkverpleegkundigen, huisartsen en medisch specialisten, waardoor doorverwijzen en terugverwijzen laagdrempelig is. Patiënten ervaren die laagdrempeligheid als een groot voordeel. Ook door het toevoegen van een VS GGZ in de eerstelijn kan een deel van de ggz in de huisartsenpraktijk plaatsvinden en worden mensen met psychische problemen minder snel doorverwezen naar een ggz-instelling. Dat werkt destigmatiserend en demedicaliserend.’

Daarnaast zijn er veel nieuwe ontwikkelingen gaande, zoals de one-stop-shop: diagnose, voorbereiding en behandeling vinden op één moment plaats. ‘Dat kan heel goed, soms voor een deel, door een PA of VS gedaan worden in de thuissituatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan vaatproblematiek of dermatologie.’

Visie op zorg

In de onderzoeken naar de VS GGZ in de huisartsenpraktijk en de VS in de wijk komen vergelijkbare resultaten naar voren: de VS vervult een brugfunctie, vergemakkelijkt de samenwerking en overdracht van zorg en draagt bij aan deskundigheidsbevordering in de eerste lijn.

‘De VS vervult een brugfunctie, vergemakkelijkt de samenwerking en overdracht van zorg en draagt bij aan deskundigheidsbevordering in de eerste lijn.’

Wat opvalt, is dat er veel verschillende visies zijn op het uitvoeren van deze functies. Dit geldt zowel voor de VS in de wijk als de VS GGZ in de huisartsenpraktijk, zegt Anneke van Vught: ‘Mensen hebben daar vaak verschillende ideeën over. Sommige VS GGZ zijn meer gericht op goede diagnostiek, anderen daarbij ook op specialistische behandeling. Sommige VS in de wijk zien met name de toegevoegde waarde in generalistische zorg en andere juist in specialistische zorg. Dat is op zich niet erg, maar het is wel belangrijk dat op regionaal niveau, dus met verschillende partners, een gezamenlijke visie bestaat over hoe de zorg in de regio eruit zou moeten zien. Wat hoort in de eerste lijn thuis en hoe kun je als VS of PA zo optimaal mogelijk ingezet worden? Het begint dus met een visie op zorg. Daarna gaat het over de optimale inzet van zorgprofessionals.’

Kwetsbaar

Uit de onderzoeken blijken de ontwikkelingen kansrijk en ze bevestigen de potentie voor de PA en VS. Maar het is ook nog heel kwetsbaar, waarschuwt Van Vught. ‘Anderhalvelijnszorg staat nog aan het begin van de ontwikkeling. Veel goede voorbeelden drijven op de draagkracht van een of twee personen. Als een PA of VS weggaat, valt ook de zorg die hij of zij levert weg. Het aantal voorbeelden groeit, maar het zit echt nog in de pioniersfase. Dat maakt het werk en het onderzoek hiernaar heel leuk, om met elkaar te zoeken naar hoe je als PA of VS het beste tot je recht komt binnen de uitdagingen waar we in onze gezondheidszorg voor staan, nu en in de nabije toekomst.’

Succesfactoren

Het succes van anderhalvelijnszorg start met een goed idee van de PA of VS. Een pionierende competentie is dan ook een belangrijke succesfactor. Vervolgens hebben zij daar partners bij gezocht want een stevig samenwerkingsverband creëren is essentieel. Van Vught: ‘Je kan het niet alleen, verzamel de goede mensen om je heen die het idee samen met jou gaan dragen en uitwerken. Daar moet je zeker de medici bij betrekken, maar ook een bedrijfsleider of manager, want als zorgprofessional ben je niet opgeleid als organisatieveranderaar.’

‘Een pionierende competentie is een belangrijke succesfactor voor een VS in anderhalvelijnszorg.’

Een andere succesfactor is onderzoek doen naar deze ontwikkelingen en praktijkvoorbeelden evalueren. ‘Het praktijkvoorbeeld goed kunnen onderbouwen, aantonen dat het haalbaar is en bijdraagt aan goede kwaliteit, toegankelijkheid en beheersing van kosten is enorm belangrijk om het verder te kunnen brengen. En ook om de professie van PA en VS beter op de kaart te zetten.’

Belemmering

De grootste belemmering om anderhalvelijnszorg tot een succes te maken is de financiering. Er is veelal geen structurele financiering beschikbaar en het is ingewikkeld om financiering voor elkaar te krijgen, zegt Van Vught. ‘Je moet best veel kennis hebben over beleidsregels omtrent financiering van zorg. Daarnaast moet je grondig kunnen onderbouwen waarom het initiatief bijdraagt aan een betere gezondheidszorg.’

Om het gesprek met de zorgverzekeraar aan te gaan, moet je dus kunnen aantonen wat jouw meerwaarde is, maar een goede business case ontbreekt nog vaak. Goed evalueren en registreren is dus erg belangrijk. Binnen de HAN ontwikkelt Van Vught in een nieuw project daarom een implementatiewijzer. Deze bevat onder andere tools waarmee de PA en VS zelf de geleverde zorg kunnen evalueren. In een vervolgstudie gaat Van Vught de haalbaarheid van anderhalvelijnszorg door PA en VS verder onderzoeken.

Werk samen

Het belangrijkste advies dat Anneke van Vught aan PA’s en VS’en kan geven is samenwerken. ‘Draag je idee uit en zoek praktijkvoorbeelden op. Je kan het niet alleen, met elkaar heb je meer denkkracht en sta je sterker. Zorg dat je een breed en stevig netwerk hebt, ook met de medische beroepskolom, daar kan weer van alles uit ontstaan. Via onze projecten, maar ook via de beroepsverenigingen zijn netwerken beschikbaar waarin PA’s en VS’en met soortgelijke initiatieven bezig zijn.’

Tot slot wil Anneke van Vught meegeven om na te denken over de toekomst: ‘Er wordt al veel gespeculeerd over hoe de ziekenhuiszorg er in 2040 zal uitzien. Waar zie jij als PA of VS dan jouw positie? En hoe wil je daar naartoe werken? Het is belangrijk om daar regelmatig zelf en samen met collega’s op te reflecteren. Dat gaat verder dan deze onderzoeksprojecten, dat gaat over de ontwikkeling van de beroepsgroepen. Ik zie heel veel kansen voor de PA en VS in zo’n veranderend zorglandschap.’

Tekst: Maud Notten