Overheidsbeleid is op drie manieren van invloed op de besluitvorming over het aannemen en opleiden van physician assistants en verpleegkundig specialisten. Dat blijkt uit recent verschenen onderzoek waarvoor 50 interviews gehouden zijn met zorgorganisaties, sector- en beroepsorganisaties en opleidingscoördinatoren.
De zorg wordt geconfronteerd met vele uitdagingen: oplopende zorgkosten en een toenemende zorgvraag, in combinatie met krapte op de arbeidsmarkt. Physician assistants (PA) en verpleegkundig specialisten (VS) worden gezien als beroepen die de druk op de zorg kunnen verlichten, doordat zij taken kunnen overnemen van artsen.
Overheden internationaal faciliteren daarom de inzet van PA en VS met beleidsmaatregelen. Bijvoorbeeld door het toekennen van zelfstandige bevoegdheden voor voorbehouden handelingen en het creëren van declaratiemogelijkheden.
Onderzoek
In een onderzoek is gekeken naar hoe en waarom overheidsbeleid in Nederland van invloed is op het aannemen en opleiden van PA en VS. Ook is onderzocht hoe het besluitvormingsproces binnen zorgorganisaties eruit ziet.
In het kader van dit onderzoek zijn 50 interviews gehouden met zorgorganisaties, sector- en beroepsorganisaties en opleidingscoördinatoren.
3 factoren
Uit het onderzoek blijkt dat overheidsbeleid de besluitvorming over het aannemen van PA en VS binnen zorgorganisaties beïnvloedt, wanneer het van invloed is op drie factoren:
- bekendheid en vertrouwen van betrokkenen;
- motivatie;
- ervaren barrières.
1. Bekendheid en vertrouwen
Het overheidsbeleid draagt bij aan de bekendheid met de beroepen van VS en PA binnen zorgorganisaties en aan het vertrouwen van artsen in deze zorgprofessionals.
Het bewerkstelligen van bekendheid en vertrouwen is een cruciale eerste stap bij de besluitvorming binnen zorgorganisaties. Zonder bekendheid wordt het aannemen en opleiden van deze professionals niet overwogen en is er bij artsen twijfel over de kwaliteit van zorg en verantwoordelijkheid.
In de eerste lijn droeg het Kenniscentrum Taakherschikking Eerste Lijn volgens geïnterviewden bij aan het bewerkstelligen van bekendheid en vertrouwen.
2. Motivatie
Het overheidsbeleid draagt ook bij aan de motivatie van zorgorganisaties voor aannemen en opleiden. Deze motivatie werd geactiveerd wanneer de inzet van PA en VS aansluit op de organisatiebehoeften en -doelen. Voorbeelden zijn: het behouden of verbeteren van de continuïteit, (kosten)efficiency en kwaliteit van zorg en het bieden van carrièremogelijkheden aan hbo’ers.
3. Ervaren barrières
Ten derde bleek overheidsbeleid van invloed door het wegnemen van barrières die door artsen, managers en directeuren werden ervaren. Zo werden zorgen van artsen over hun eigen positie en werk genoemd als barrière. Wanneer PA’s en VS’en bijvoorbeeld geen diensten draaiden, werden medisch specialisten, specialisten ouderengeneeskunde en huisartsen relatief zwaarder belast dan bij het aannemen van een arts.
In de eerste lijn ervoeren betrokkenen vaker financiële en organisatorische barrières bij het opleiden van PA’s en VS’en, dan in andere sectoren.
Er werden ook beleidsmaatregelen genomen die barrières wegnamen:
- de uitbreiding van zelfstandige bevoegdheden voor voorbehouden handelingen;
- het creëren van declaratiemogelijkheden;
- het bijdragen aan opleidingskosten.
Verschillen tussen sectoren en zorgorganisaties
Tussen sectoren en zorgorganisaties zijn vaak grote verschillen te zien. Deze worden verklaard door uiteenlopende omstandigheden op sector- en zorgorganisatieniveau.
Voorbeelden hiervan zijn de complexiteit van zorg en door wie het besluit over het aannemen en opleiden van Pa of VS wordt genomen: door artsen of door managers en directeuren.
Daarnaast bleek dat stakeholders het aannemen en opleiden van PA en VS kunnen beïnvloeden. Denk aan sector- en beroepsorganisaties, zorgverzekeraars, afdelingen, vak- en werkgroepen, zorgorganisaties en zorgprofessionals.
De stakeholders kunnen het aannemen en opleiden van VS’en en PA’s faciliteren en stimuleren door bij te dragen aan bekendheid met en vertrouwen in deze zorgprofessionals.
Voor meer informatie kun je contact opnemen met Ellen Dankers- De Mari,
via e-mail ellen.dankers-demari@radboudumc.nl.
Het onderzoek vind je hier.