Maartje Spit is VS AGZ dermatologie in anderhalvelijnszorg. Zij is expert in dermatoscopie en oprichter van het Dermatoscopie Platform. Als verpleegkundig specialist op het gebied van verdachte huidafwijkingen, fungeert zij als tussenstation naar complexere zorg toe.

1. Welke drie competentiegebieden uit de CanMEDS-rollen vind jij het meest relevant in jouw rol als verpleegkundig specialist in anderhalvelijnszorg?

Behandelaar met verpleegkundig en medische expertise
Als verpleegkundig specialist in dermato-oncologie ben ik een zelfstandig behandelaar die verdachte huidafwijkingen diagnosticeert en behandelt. De behandeling kan bestaan uit chirurgie, weefselonderzoek (het afnemen van een biopt), preventie of advies geven. Bij een laag-risico huidkanker kan ik zelf de behandeling uitvoeren, zoals het verwijderen van bepaalde moedervlekken of een basaalcelcarcinoom en andere vormen van behandeling.

Communicator
Communicatie met patiënten, mantelzorgers en andere zorgverleners is een belangrijk onderdeel van mijn werk. Vooral met patiënten en mantelzorgers is dit steeds belangrijker door de vergrijzende en kwetsbare populatie en een toename in huidkanker.

Samenwerkingspartner
Ik werk samen met huisartsen en dermatologen. Ik kan hen consulteren als een casus mijn expertise overstijgt. Ook werk ik met een digitaal leerplatform. Op dit platform worden casussen geplaatst om kennis te delen, met als doel vroegtijdige doorverwijzingen te voorkomen.

Daarnaast houd ik mij bezig met het implementeren van teledermatoscopie. Dit helpt bij vroegdiagnostiek en is kostenbesparend omdat mogelijk doorverwijzingen worden voorkomen. Deze innovatie is ontwikkeld voor én door de eerste lijn. Het voorziet in een grote behoefte aan hulp bij diagnostiek van verdachte huidafwijkingen omdat behandelaars in de praktijk vaak beperkte kennis hierover hebben. Ook geef ik trainingen aan collega’s en werk ik aan standaardisatie van procedures om de zorgkwaliteit te verbeteren en onnodige doorverwijzingen te voorkomen.

2. Op welke manier draagt jouw rol bij aan de samenwerking met je collega’s in anderhalvelijnszorg?

Als verpleegkundig specialist ben ik kartrekker en spin in het web in de samenwerking met collega’s in verschillende zorgsettings. Dit doe ik onder andere door de zorg te organiseren en kennis te delen. Deskundigheidsbevordering geef ik vorm via trainingen en het opleiden van collega’s. Maar ook via het digitale leerplatform, wat ons in staat stelt om de zorg voor patiënt efficiënter te maken. Door deze taken te vervullen, draag ik met mijn collega’s bij aan een effectievere zorgketen waarin de patiënt centraal staat.

3. Hoe draagt jouw inzet als verpleegkundig specialist bij aan de beweging van ‘De juiste zorg op de juiste plek’ en dichter bij de cliënt thuis?

Buiten de huisartsenpraktijk werk ik aan het optimaliseren van huidkankerzorg op regionaal en landelijk niveau. Ik faciliteer meedenkconsulten via het online leerplatform. Daarnaast organiseer ik onderwijs in Nederland en België en neem ik deel aan meekijkconsulten, waarbij ik betrokken word als medebehandelaar.

Als verpleegkundig specialist op het gebied van verdachte huidafwijkingen, fungeer ik als tussenstation naar complexere zorg toe. Vooral met een epidemie aan huidkanker en een lage capaciteit in het ziekenhuis, is dit tussenstation cruciaal. Met de inzet van deze zorg streven we ernaar om bij te dragen aan de juiste zorg op de juiste plek, dichter bij de cliënt thuis.

4. Welke kansen kom je tegen bij de implementatie van de verpleegkundig specialist in anderhalvelijnszorg?

Met onderwijs kan bestaande expertise verder worden ontwikkeld. Een andere kans is het verlenen van consulten op afstand, waardoor zorg op maat geboden kan worden, zonder dat de zorgverleners elkaar of de patiënt fysiek hoeven te spreken. Dit biedt meer toegankelijkheid bij het delen van expertise, ongeacht de locatie.

Daarnaast zie ik kansen in het faciliteren van fysieke ingrepen tijdens spreekuren op locatie. Dit kan in een regionaal expertisecentrum voor huidkanker zijn of door meer spreekuren te organiseren op locaties in de huisartsenpraktijk. Hiermee is de verpleegkundig specialist niet alleen een behandelaar, maar ook deskundigheidsbevorderaar die zorg in de regio versterkt.

5. Welke knelpunten ervaar je bij de implementatie van de verpleegkundig specialist in anderhalvelijnszorg? Welke oorzaken zie jij?

Er is vaak beperkte financiële ondersteuning bij innovaties. Daardoor ontbreekt de benodigde begeleiding, bijvoorbeeld op regionaal niveau door de regionale ondersteuningsstructuur (ROS). Je krijgt een advies en moet het daarna zelf verder uitzoeken. Met de innovatie van de teledermatoscopie had ik het geluk dat ik terecht kon bij een tele-aanbieder die de contracten met zorgverzekeraars al had georganiseerd. Daarnaast werk ik samen met een arts, wat het proces soepeler maakt. Het heeft namelijk toch wel de voorkeur dat bij een innovatie een arts aan boord is. Ik heb ook bewust gekozen om te focussen op kleinere innovaties en aan te haken op wat er al is. Verder staat er in de NZa-beleidsregel ‘huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2022’ dat bij consulenten op afstand een dermatoloog betrokken moet zijn. De conservatieve houding van sommige dermatologen is ook een knelpunt. Zij vinden vaak dat diagnostiek van verdachte afwijkingen met de dermatoscoop in het ziekenhuis moet plaatsvinden.

Deze knelpunten kunnen in de praktijk de werkzaamheden bemoeilijken, aangezien wij wel de expertise hebben om die taken zelfstandig uit te voeren en ook medische experts zijn. Deze standpunten kunnen de samenwerking in nieuwe innovaties bemoeilijken. Zelf heb ik een online leerplatform opgericht waar ik ruim 800 huisartsen, VS’en en PA’s in de afgelopen vijf jaar heb opgeleid in dermatoscopie en waar we dagelijks casuïstiek en knelpunten met elkaar uitwisselen. Hier zijn we ondanks de bestaande uitdagingen toch verbonden met elkaar.

6. Als alles kan en mag, wat is het ideaalbeeld voor de verpleegkundig specialist in het werken in anderhalvelijnszorg?

In een ideale situatie, zonder hindernissen, zie ik de verpleegkundig specialist als een perfecte schakel tussen de eerste, tweede en derde lijn. Dit omvat onder andere voldoende financiering en beter projectmanagement. Ook zijn verpleegkundig specialisten in de ideale situatie op meerdere plekken actief binnen anderhalvelijnszorg en niet beperkt tot één terrein. Het is essentieel om meer regionale functies te vervullen met deze expertise en om meer buiten de muren van de werkplek te denken. Het ideaalbeeld omvat ook meer uitwisseling van expertise, waarin we elkaars krachten bundelen als beroepsgroep. We zouden minder op eilandjes kunnen werken en meer samen optrekken in de innovaties en elkaar inspireren. Dat zou de norm moeten zijn voor de verpleegkundig specialist in anderhalvelijnszorg.

7. Stel, je bent een nationale beleidsmaker, welk specifiek vraagstuk/knelpunt zou je aanpakken om de positie van de verpleegkundige specialist te versterken?

Als beleidsmaker zou ik mij richten op het creëren van een eigen betaaltitel bij een specialistische expertise. De NZa biedt nu niet voldoende ondersteuning bij het aanvragen hiervan. Het belemmert de zelfstandige declaraties bij specialistische consulten, waardoor ze duurder worden. Voor anderhalvelijnszorg is een tussentarief nodig, tussen huisartsenzorg en ziekenhuiszorg in. Met een betaaltitel zouden spreekuren in de regio veel makkelijker te organiseren zijn. Nu worden ze nog doorverwezen naar het ziekenhuis. Door deze knelpunten voelt het soms als een te hoge drempel om als verpleegkundig specialist de kansen in anderhalvelijnszorg te benutten.